De pruimenboom is een Sint-
De pruimenboom die bloeit reeds als het wintert
Een wolk onder de hemel toe en grijs
Geen koele vingers zijn het wat hem hindert
Hij strooit zijn bloemen over sneeuw en ijs
Welke zachte hand raakte zijn knoppen aan
Een andere dan de druppels trieste regen
Wie kan hem tot bloeien toch bewegen
Zeker niet de koele groene maan
Als de schapen in de weide drachtig springen
Nog zijn de aardse heuvels moe en koud
Dicht bij mekaar de grenzen van de dingen
De blaren in de oksels van het hout
Welk grote wonder wordt volbracht
Ondanks veel treurnis trekkend diepe sporen
Want veel wordt er des winters reeds geboren
Als vogel kruid en dier niet langer wacht
Omhoog een wolk geruis van vele vleugels
Weggevlucht de duiven van hun til
Ze vliegen grote cirkels langs de heuvels
Verdwijnen snel en laten alles stil
De avond valt nog vroeg en snel
Het grasland ligt nog rustig na te gloeien
En alles maakt zich klaar om te gaan groeien
Als ik stil ben dan hoor je ’t zeker wel